Door energie te besparen help je klimaat- en milieuproblemen tegengaan. Je voorkomt vervuiling en verbruikt minder kostbare grondstoffen. Energiebesparing is ook goed voor je portemonnee, omdat je energierekening lager wordt.
Doordat Amsterdammers gemiddeld klein wonen en veel gebruikmaken van fiets en openbaar vervoer, verbruiken zij relatief weinig energie. Wel zijn de meeste huizen in Amsterdam Zuid oud en nog niet altijd goed geïsoleerd. Daar is dus nog veel winst te behalen. Wij geven je wat tips.
De meest duurzame energie is energie die je niét gebruikt. Door energie te besparen valt er veel te winnen. Begin met het bijhouden van je meterstanden. Dit geeft je inzicht in je verbruik en stimuleert om zuinig om te gaan met elektriciteit of gas.
Wil jij geld besparen op je energierekening? De Energiecoach geeft je gratis advies en €15 aan gratis bespaarproducten waaronder LED-lampen, een waterbesparende douchekop en radiatorfolie. Meld je snel aan! De energiecoaches zijn door de Stichting !WOON getrainde vrijwilligers.
Energie besparen kan door de verwarming vaker lager te zetten, korter te douchen en de (vaat-)wasmachine op een lagere stand te zetten. Doe apparaten en licht consequent uit, en niet op stand-by. Dat kost niets, en levert wel meteen winst op.
Ook met kleine investeringen, zoals spaarlampen, een spaardouchekop en radiatorfolie, kun je veel energie en geld besparen. Een waterbesparende douchekop geeft hetzelfde comfort maar bespaart je € 40,- per jaar.
Grotere investeringen zijn gemoeid met het verbeteren van de isolatie van je woning, het vervangen van een oude cv-ketel of het aanbrengen van dubbel glas. Dat kost eenmalig geld, maar het verlaagt structureel de energiekosten en maakt het aangenamer in huis. Huurders kunnen hun verhuurder verzoeken rendabele energiebesparingsmaatregelen uit te voeren.
Probeer het resterende energieverbruik waarop je niet verder kan besparen zoveel mogelijk uit duurzame bronnen te halen. Als je al bezig bent geweest met energie besparen, is dit doel een stuk eenvoudiger te halen. Duurzame energie kun je kopen bij een energiebedrijf (‘groene stroom’).
Als je ruimte hebt op je eigen dak, dan kun je zelf energie opwekken met een zonneboiler of zonnepanelen.
Omdat niet iedereen genoeg ruimte heeft om zonnepanelen, laat staan een windturbine, te plaatsen, besluiten steeds meer mensen samen met de buren te investeren in zonnepanelen op het dak van hun appartementencomplex. Er zijn ook verenigingen die met het geld van hun leden zonnepanelen (bijvoorbeeld vereniging Zuiderlicht) of een windmolen (bijvoorbeeld Vereniging de Windvogel) kopen.
Bij energie besparen denken we meestal aan de elektriciteit en het gas dat we van ons energiebedrijf kopen of misschien aan de benzine die we tanken. Maar ook in alles wat je koopt zit energie: om het te maken en te vervoeren. Als je een product aanschaft, is de energie die daarin zit verwerkt ook voor ‘jouw’ energierekening. Dit wordt ook wel ‘verborgen’ energieverbruik of indirect energieverbruik genoemd. Deze energie wordt niet rechtstreeks betrokken van het energiebedrijf of het benzinestation, maar zit ‘verborgen’ in de producten en diensten die we kopen. De ‘verborgen’ energierekening is veel groter dan de energierekening die je van je energiebedrijf krijgt, want bijna 70% van het energieverbruik van huishoudens wordt bestaat uit indirecte energie. Uiteindelijk betalen we met z’n allen daar de rekening voor in de vorm van mondiale problemen zoals uitputting van grondstoffen en klimaatverandering.
Veel mensen zijn al langer bezig om hun directe energieverbruik te verlagen door te besparen op gas, elektriciteit en benzine. Hun indirecte energiegebruik is daarentegen nog een redelijk onontgonnen terrein. De hoogte van dit energiegebruik is sterk afhankelijk van welke producten je kiest en hoe je ze gebruikt.
Wist je bijvoorbeeld dat veranderen wat je eet en hoeveel eten je weggooit een van de belangrijkste manieren om energie te besparen is? Ongeveer 20% van de totale klimaateffect van huishoudens is namelijk aan voedsel toe te schrijven. Het indirecte energieverbruik voor voeding zorgt voor 6.000 kilo CO2-uitstoot per huishouden. Kleding zorgt ook voor ruim 1.000 kilo. Een andere belangrijke energieslurper is de inrichting en inboedel van je huis en kleding. Alles bij elkaar bedraagt de indirecte uitstoot van een huishouden 15 ton (bron: Milieu Centraal).
Kortom, als je aan het milieu denkt, denk dan ook aan het voorkomen van voedselverspilling en aan manieren om spullen langer te laten meegaan of te recyclen.