Aan de zuidwestrand van Amsterdam liggen de Noordelijke Oeverlanden ingeklemd tussen de drie kilometer lange noordoever van de Nieuwe Meer en de snelweg naar Schiphol en Den Haag. Het is één van die onbedoelde stukjes nieuwe natuur zoals die na de Tweede Wereldoorlog op enkele plekken aan de rafelrand van Amsterdam zijn ontstaan. Van die rafelranden is alweer het nodige verloren gegaan, maar de Oeverlanden bestaan nog steeds, waardoor de Nieuwe Meer grotendeels haar groene oevers heeft behouden. Een aanvankelijk vergeten plek die na de vergroting van de Nieuwe Meer voor de zandwinning in de jaren vijftig en afgesneden door de aanleg van de A10 en A4 begin jaren zeventig, aan haar lot werd overgelaten. Het staken van de polderbemaling incluis, waardoor een deel van het centrale gebied van de Oeverlanden een moerassig karakter heeft.
Ondanks de door het storten van sloopafval en overtollige grond verrommelde bodem nam de natuur op uitbundige wijze bezit van dit onverwachte gebied vol variatie, ruim vijftig hectare groot. Bossen, struwelen, ruigtes, rietlandjes, maar vooral moerasbos en duinachtig grasland zorgen voor een afwisselend parkachtig landschap dat hier en daar aan een stuk oernatuur doet denken, een ware jungle in Amsterdam.
In de Oeverlanden en directe omgeving groeien meer dan 600 plantensoorten, die op hun beurt een rijk insectenleven ondersteunen. Zo zijn er inmiddels ruim duizend soorten kevers en wantsen geteld. De nachtegaal is een graag gehoorde broedvogel; ook ijsvogel, buizerd, groen specht, wareral, houtsnip, koekoek en grote zilverreiger worden regelmatig gezien. Ook ransuil en kerkuil zijn waargenomen.
Het gebied maakt ook deel uit van de Groene As, een ecologische verbindingszone van het Natuurnetwerk Nederland, de vroegere Ecologische Hoofdstructuur, tussen Amstelland en Spaarnwoude. Tevens verbindt het de stadsnatuur van Amsterdam met het buitengebied als onderdeel van de Amsterdamse Bos-Schinkelscheg. Dergelijke rafelrandnatuur is door het voorkomen van veel wilde bijen en vlinders extra belangrijk geworden omdat het op het platteland in dat opzicht slecht gaat vanwege de verarming van bloemrijke vegetaties.
Uit de actiegroep die het terrein in de jaren tachtig voor stadsontwikkeling heeft behoed, is de Vereniging “De Oeverlanden Blijven!” voortgekomen. Toen al vonden de eerste opruim- en beheeracties plaats die aan het begin stonden van een nog steeds bestaande traditie van beheer door een vrijwilligersploeg, in samenwerking met stadsdeel of gemeente. Het ecologische landschapsbeheer is erop gericht de verdeling tussen bos, ruigten, struweel, bosranden en (schrale) graslandjes min of meer te behouden. In veel delen wordt nauwelijks ingegrepen waardoor hier en daar echte successie plaatsvindt.
Blijvende betrokkenheid bij het gebied is ook in de komende jaren nodig om aantasting van het gebied te voorkomen en de natuurwaarden te behouden dan wel te versterken. Steun voor de vereniging is nog altijd nodig om aanslagen op het gebied te voorkomen in de vorm van plannen op het gebied van bebouwing, een rechtgetrokken, metropolitaan park of verpretparkisering. De vereniging zet zich tevens in voor het garanderen van op maat gesneden ecologisch groenbeheer.
De vereniging organiseert een excursieprogramma, en een Natuurclub voor kinderen van 7 tot 13 jaar, elke tweede zaterdag van de maand. Natuurlessen aan schoolklassen worden verzorgd door de Stichting Veldstudie uit Hei- en Boeicoop. Leden ontvangen tweemaal per jaar het verenigingsblad.
Het beheervrijwilligerswerk vindt plaats op dins- en woensdagen van 11 tot 16 uur. Inlichtingen 020 – 693 44 80.
www.oeverlanden.nl
Meer foto’s van de Oeverlanden staan in dit album